Verkiezingsprogramma’s over medezeggenschap
Vanuit de medezeggenschap is het interessant om te kijken wat er in de verkiezingsprogramma’s staat over medezeggenschap op ondernemingsniveau en over de positie van werknemers in de onderneming. Daartoe heb ik gekeken naar alle programma’s van bijna alle partijen die in alle 20 regio’s meedoen. Twee uitzonderingen daarop: Splinter en de Piratenpartij. Gekeken is naar de programma’s van:
De regeringspartijen: VVD, D66, CDA en CU.
De linkse oppositie: VOLT, PvdD, SP, Bij1 en PvdA/GroenLinks.
Twee veelbelovende nieuwkomers: BBB en NSC
De rechtse oppositie: PVV, JA21, FvD, 50+, Denk, SGP en BVNL.
De partijprogramma’s hebben een lengte tussen de 28 en 231 pagina’s. In de meeste gevallen ligt de lengte tussen de 75 en de 125 pagina’s. Bij het bestuderen van de programma’s heb ik daarom alleen gekeken naar de hoofdstukken die relevant leken. Hoofdstukken met koppen die betrekking hebben op Economie, Arbeid, Bedrijfsleven en dergelijke. De mogelijk bestaat dus dat ik ergens iets over het hoofd heb gezien.
Opvallend is, dat het thema arbeidsverhoudingen in de meeste programma’s beperkt aan de orde komt. Beperkt in de zin dat het vaak niet verder gaat dan opmerkingen over het verkleinen van de kloof tussen vaste contracten enerzijds en flexibele contracten en ZZP constructies anderzijds. Zowel bij de regeringspartijen als bij de nieuwkomers als bij de rechtse oppositie ligt de nadruk als het om werk gaat op ondernemers en de rol die ondernemers kunnen spelen. Alleen de linkse oppositie partijen lijken een visie op de positie van (loon)arbeid in de onderneming en in de maatschappij te hebben. Soms (VOLT, PvdD) summier in een paar regels, soms wat uitgebreider (SP). Dan is er Bij1, met een uitgebreid en radicaal alternatief. En tenslotte PvdA/GroenLinks met een uitgewerkte visie op de positie van werknemers in de onderneming en in de maatschappij.
De regeringspartijen
Arbeidsverhoudingen op ondernemingsniveau schitteren door afwezigheid. Dat geldt zowel voor het liberale deel (VVD, D66) als voor de confessionele partijen (CDA, CU). Waar het gaat over arbeid en ondernemerschap gaat het vooral over de krappe arbeidsmarkt, toeleiding op basis van de Participatiewet, over pensioenen en over de kloof tussen vast werk en flexibele contracten. De aandacht gaat daarbij vooral uit naar ondernemerschap, naar wat ondernemers voor de arbeid kunnen betekenen. En natuurlijk dat ZZP-ers vooral ondernemers moeten kunnen blijven tenzij duidelijk van een schijnconstructie sprake is.
De enige uitzondering is de VVD, in die zin dat deze partij op twee plaatsen ook iets zegt dat raakt aan de positie van werknemers. Maar meer in de beloningssfeer dan op het gebied van de interne arbeidsverhoudingen. In de paragraaf over de slimme en schone economie staat: “Werknemers van startups zijn hier van groot belang, dus moet het mogelijk worden dat werknemers in alle sectoren meedelen in de winst.” En nogmaals in de paragraaf over werken aan een beter Nederland: “Werknemers mee laten profiteren. Als het goed gaat met een bedrijf, moet het ook goed gaan met de werknemers van dat bedrijf. Daarom willen we meer mogelijkheden creëren om werknemers meer mee te laten delen in de winst die het bedrijf maakt.”
De linkse oppositie
Tot de linkse oppositie reken ik VOLT, de Partij voor de Dieren, de SP, Bij1 en de PvdA/GroenLinks. Hoewel alle linkse oppositiepaartijen zich uitlaten over arbeidsverhoudingen op ondernemingsniveau is dat bij drie van hen beperkt.
VOLT en PvdD
Zo stelt VOLT in het verkiezingsprogramma in paragraaf 4.44, ondernemerschap: “We vergroten de binding van medewerkers met (de doelstellingen van) de onderneming door de mogelijkheden van medewerkersparticipatie in ondernemingen te verkennen, uit te breiden en te benutten. Zo willen we ervoor zorgen dat medewerkers mee kunnen delen in de winsten van het bedrijf.” En de Partij voor de Dieren beperkt zich in het hoofdstuk over systeemverandering tot: “In grote bedrijven krijgen werknemers meer zeggenschap over belangrijke beslissingen, zoals fusies, opkopen van eigen aandelen, overnames, reorganisaties en de verdeling van de winst. De positie van werknemers in de ondernemingsraad wordt versterkt.”
SP
De SP is iets uitgebreider in het verkiezingsprogramma. Onder het kopje ‘Een democratisch land” stelt de partij: “De democratie hoort niet te stoppen bij de bedrijfsingang. We democratiseren ook de economie. In bedrijven met meer dan honderd medewerkers krijgen werknemers net zoveel te zeggen als aandeelhouders, over onderwerpen als grote investeringen, beloningen, fusies of verkoop. Op deze manier voorkomen we dat winsten oneerlijk worden verdeeld én dat besluiten worden genomen die op de korte termijn wel veel winst opleveren voor aandeelhouders, maar slecht zijn voor medewerkers en voor de toekomst van het bedrijf of onze leefomgeving. En onder het kopje “Een eerlijk land” stelt de SP: “Zonder werkende mensen is er geen winst. Niet alleen bestuurders en aandeelhouders, maar ook alle medewerkers krijgen voortaan recht op een deel van de winst. Zo profiteren alle werknemers collectief, op het moment dat dividend wordt uitgekeerd aan aandeelhouders. Dit komt bovenop het reguliere salaris. Het minimale percentage van deze winstdeling leggen we vast in een wet. Bij cao kunnen er per sector afspraken gemaakt worden”, om daarna verder te gaan met: “Werknemers krijgen meer te zeggen. Bij grote bedrijven kiezen zij de helft van de commissarissen, de andere helft wordt gekozen door de aandeelhouders. Op deze manier worden de belangen van werknemers beter vertegenwoordigd. Aandeelhouders die langer aandelen in bezit hebben krijgen dubbel stemrecht. Flits-kapitalisten krijgen zo niet alleen tegenmacht van de werknemers, maar ook van investeerders die duurzame belangen hebben.”
Bij1
Het meest radicaal binnen de linkse oppositie is Bij1. Deze partij staat duidelijk een radicale invoering van arbeiderszelfbestuur voor en verloochent daarmee de invloeden van de radicaal linkse Internationale Socialisten niet. Zo stelt het programma onder het kopje “Eerlijke waardering & meer zeggenschap”: “Bedrijven en werkplekken worden democratisch bestuurd en komen in handen van werknemers in plaats van bedrijfseigenaren. Om verder te gaan met: “Staken is een recht. We zorgen dat alle bedrijfstakken een cao hebben, zodat bescherming van werknemers beter geregeld is. Bij cao-onderhandelingen doen alleen vakbonden mee die voldoende onafhankelijk zijn van werkgevers. Het stakingsrecht wordt uitgebreid: werkgevers bepalen niet wanneer je wel of niet mag staken.”
Iets verderop, onder het kopje “Democratie op de werkvloer” volgt: “De werknemerscoöperatie wordt de standaard eigendomsstructuur voor nieuw opgerichte rechtspersoonlijkheden.” en “Elk bestaand beursgenoteerd bedrijf met meer dan 100 werknemers wordt verplicht een werknemersfonds op te richten, waaraan zij jaarlijks een aantal nieuwe aandelen, proportioneel aan de jaarwinst, uitschrijven. Het werknemersfonds wordt uitsluitend beheerd door de werknemers van de firma die haar heeft opgericht.” Verder stelt het programma: “Er wordt grootschalig onderzoek gedaan naar het duurzaam oprichten van publieke banken en investeringsfondsen die uitsluitend coöperatieven bedienen. Bij faillissement assisteert de overheid werknemers als een democratiserende overkoop gewenst is, zo mogelijk ook financieel. Waar nodig wordt een vakbond betrokken bij dit proces.”
En tot slot: “Multinationale bedrijven met dependances in Nederland zijn verplicht een plan te schrijven waarin wordt uiteengezet hoe er binnen afzienbare tijd minimaal 51% van de aandelen aan de werknemers van de desbetreffende dependance wordt verkocht. Als hier geen gevolg aan wordt gegeven, wordt het recht ontzegd binnen Nederlandse grenzen te opereren.”
PvdA/GroenLinks
De PvdA/GroenLinks doet zijn sociaaldemocratische wordingsgeschiedenis eer aan door uitgebreid in te gaan op het thema arbeidsverhoudingen. In het hoofdstuk “Een zeker bestaan voor iedereen” wordt aandacht besteedt aan het thema ontspannen werken en goed werkgeverschap.
Daarin wordt aangegeven dat de partij goed werkgeverschap wil stimuleren. Daartoe zullen zij zich volop inzetten om de Europese norm van een 80% cao-dekkingsgraad te halen. De inzet wordt dat cao’s die niet voldoen aan de voorwaarden voor goede beloning en goed werk niet algemeen verbindend verklaard worden. Ook worden er bij aanbestedingsprocedures normen gesteld met betrekking tot lonen en de kwaliteit van werk. Om onwenselijke ontwikkelingen op de arbeidsmarkt tegen te gaan, gaat de partij een Eerlijk Werk Ombudsman oprichten die samen optrekt met vakbonden en inspectiediensten. Hier kunnen kwetsbare werkenden, waaronder ook arbeidsmigranten, terecht die vaak niet zelf kunnen of durven optreden tegen misstanden. Voor een betere werk-privébalans krijgt iedere werknemer het recht om buiten werktijd onbereikbaar te zijn.
Daarnaast wil de partij werken aan een versterkte positie van vakbonden. Er komt een actief beleid om de positie van de vakbonden te versterken met de introductie van een algemene cao-bijdrage. Deze bijdrage wordt van alle werknemers gevraagd, waarna zij gratis lid kunnen worden van een vakbond naar keuze. Om ondermijning van cao-onderhandelingen door nepvakbonden tegen te gaan, leggen we wettelijk vast dat alleen onafhankelijke vakbonden een cao mogen afsluiten. Werkgevers mogen vakbonden niet langer verhinderen om fysiek of digitaal in contact te komen met werknemers en iedere werkende krijgt recht op verlof om zich in te kunnen zetten voor de vakbond.
Ook wil de partij inzetten op delen in de winst. Werkenden creëren de winsten van bedrijven. Daarom komt er voor bedrijven met meer dan honderd werknemers een winstdelingsregeling in die gekoppeld wordt aan de winstuitkering voor aandeelhouders: hoe hoger de uitkering voor aandeelhouders, hoe hoger de uitkering voor werkenden.
Ook komt er meer zeggenschap voor werkenden. Grote bedrijven hebben een grote publieke invloed. Om de continuïteit van deze bedrijven te beschermen krijgen werkenden in deze bedrijven meer zeggenschap. Ondernemingsraden krijgen instemmingsrecht bij belangrijke bedrijfsbeslissingen, zoals fusies, overnames, reorganisaties, beloningsverschillen en de besteding van de winst. De helft van de raad van commissarissen wordt voortaan benoemd door de ondernemingsraad, zoals nu ook in Duitsland gebruikelijk is. Op deze manier wordt de ondernemingsraad omgevormd tot een volwaardige werknemersvergadering, die naast de aandeelhoudersvergadering een belangrijke stem in het bedrijf is. Zowel bij grote als bij middelgrote bedrijven wordt straks strenger gehandhaafd op de verplichting om een ondernemingsraad te hebben en worden deze ondernemingsraden beter ondersteund.
PvdA/GroenLinks streeft ook naar minder grote verschillen in de samenleving en op de werkvloer. Volgens de partij lijkt Nederland soms wel te zijn uitgegroeid tot een verzorgingsstaat voor renteniers. Wie veel vermogen heeft, wordt slapend rijker en wie belangrijk werk doet, blijft werkend arm. De partij wil deze scheefgroei corrigeren en de marktmacht van werkende mensen versterken. Daarom mogen deze bedrijven in cao-onderhandelingen niet te machtig worden en wordt de belasting op inkomen uit arbeid voor mensen tot een middeninkomen verlaagd. Op deze manier kan werken meer lonen en gaat het inkomen van mensen meer omhoog. Ondertussen komt er voor mensen met vermogens boven een miljoen een miljonairsbelasting (het eigen huis is hiervan uitgezonderd). Ook op de werkvloer wordt de ongelijkheid aangepakt. Bestuurders in de publieke sector komen zoveel mogelijk in dezelfde cao als hun personeel. En zullen straks alle overheidsfunctionarissen onder de Wet Normering Topinkomens (WNT) gaan vallen en niet alleen degenen met de hoogste rang. De maximale salarissen volgens de WNT zijn straks niet langer afhankelijk van bijvoorbeeld het aantal scholieren of verzekerden. Hiermee wordt we ook de drang naar schaalvergroting in de publieke sector teruggedrongen.
Medezeggenschap is een belangrijk thema. Het doel is dat de professionals die het werk binnen onze publieke voorzieningen daadwerkelijk verrichten hier ook meer zeggenschap over krijgen. In de zorg, het onderwijs en bij de politie komt een consultatieplicht in: bestuurders mogen geen besluiten meer nemen die de beroepsuitoefening van professionals binnen hun organisatie raken zonder hen hierover te consulteren. Als ze deze plicht niet nakomen, kan het besluit worden teruggedraaid. Medezeggenschaps- en ondernemingsraden worden beter ondersteund en krijgen instemmingsrecht over de hoofdlijnen van de begroting. Organisaties die het personeel vertegenwoordigen, zoals vakbonden, krijgen een vaste plek aan de tafels waar wordt overlegd over de inrichting van de sector. Naast werknemers krijgen omwonenden en gebruikers van een (semi-) publieke instelling het recht om met voldoende ondertekenaars een onderwerp ter bespreking aan te melden bij het bestuur of de toezichthouder van een instelling. Het bestuur of de toezichthouder is verplicht om hierop binnen een bepaalde tijd publiekelijk te reageren.
En tot slot zegt het programma nog iets over toezichthouders. De band tussen publieke professionals en de toezichthouders van hun organisatie wordt versterkt. Ondernemingsraden en medezeggenschapsraden krijgen de ruimte om zonder tussenkomst van bestuurders contact te zoeken met hun raden van toezicht. In de zorg en het onderwijs wordt de helft van raden van toezicht gekozen door professionals. Toezichthouders worden verplicht om in de jaarverslagen verantwoording af te leggen over hun contact met de werkvloer.
De nieuwkomers
Er zijn twee nieuwkomers die een belofte inhouden op een respectabel aantal zetels (BBB en NSC). Voor deze twee geldt in grote lijnen wat ook voor de regeringspartijen geldt. De nadruk als het gaat over werk ligt bij de ondernemers en de rol zie zij spelen. Met name het MKB en het familiebedrijf zijn populair. En ja, schijnconstructies moeten worden aangepakt, maar ZZP-ers moeten kunnen ondernemen. Kortom, veel aandacht voor ondernemerschap en weinig aandacht voor arbeid.
De rechtse oppositie
De rechtse oppositie heeft de werknemer op het gebied van arbeidsverhoudingen weinig te bieden. Ook hier algemeenheden over ZZP-ers en flexwerk en nadruk op ondernemerschap. Bewondering voor het MKB en familiebedrijven en wat opmerkingen over pensioenen. Alleen BVNL geeft een statement met betrekking tot medezeggenschap De partij wil de instellingsgrens voor een verplicht ondernemingsraad verhogen van 50 naar 100 werknemers.