Uncategorized

Ballotage voor de OR?

Ik kom ze nog wel eens tegen. OR-leden of opleiders die opperen dat er toch een soort van ballotage mogelijk moet zijn voor aspirant OR-leden. Die vinden dat je een profiel moet kunnen opstellen met minimale functie-eisen waaraan een OR-lid moet voldoen. Maar jammer voor hen. Dat kan niet en moet ook niet kunnen. Het past niet in een democratie dat een organisatie gaat bepalen wie van zijn volgens de wet kiesgerechtigde medewerkers wel en welke niet gekozen kunnen worden. Stel je voordat een overheid eisen gaat stellen aan kandidaten of kandidaten examen gaat laten doen om te kijken of ze wel geschikt zijn als volksvertegenwoordiger.

Toch was er ooit een mogelijkheid, maar die is op initiatief van D66 uit de wet gesloopt. Sinds 1950 was het uitgangspunt van de wet namelijk dat mensen niet zichzelf kandidaat konden stellen, maar dat dit door anderen gebeurde. Zoals je bijvoorbeeld bij Kamerverkiezingen niet jezelf kandidaat kan stellen maar door een partij op de kieslijst wordt geplaatst, zo moest je bij OR-verkiezingen door een vakbond of door een groep werknemers die geen vakbondslid waren op een kieslijst geplaats worden. En zoals dat in een democratie hoort konden deze kandidaatstellers bepalen wie op de lijst kwam en wie niet. En dat betekende dat voor het indienen van een vrije lijst handtekeningen nodig waren van werknemers die die kandidaten steunden.

Voor vakbonden stond (en staat nog steeds) in de WOR dat die kandidatenlijsten kunnen indienen als over de samenstelling van die lijsten overleg met de leden in de betrokken onderneming heeft plaats gevonden. Maar uiteindelijk is het de bond, en niet de bedrijfsledenvergadering, die bepaalt wie er op de lijst komt. Als dat zo uitkomt wordt dit nog altijd gebruikt om de kwaliteit van de kandidaten te waarborgen.

D66 vond dat vakbonden door deze systematiek te veel werden bevoordeeld. Een vakbond hoefde alleen maar leden te hebben en kon dan “zo maar” een lijst indienen, terwijl ongeorganiseerden een extra belasting hadden omdat zij handtekeningen moesten ophalen. Daarom is op bases van een initiatief wetsvoorstel van die partij overgegaan van een eenduidig naar een hybride systeem. Vakbonden kunnen onder de nieuwe systematiek nog steeds kandidatenlijsten indienen en bepalen wie wel en wie niet op de lijst komt. Maar alle ongeorganiseerden, geschikt of niet, kunnen zichzelf kandidaat stellen zonder dat er kandidaatstellers zijn die de kwaliteit kunnen bewaken. En er is één groep die er bekaaid afkomt: vakbondsleden die niet op de kandidatenlijst van hun vakbond zijn gekomen. Die mogen zichzelf niet kandidaat stellen, maar moeten door tenminste één ongeorganiseerde collega kandidaat gesteld worden.