OR en arbeidsvoorwaarden: het blijft een puntje
Primaire arbeidsvoorwaarden, het blijft een punt in medezeggenschapsland. Het argument van veel ondernemers om de ondernemingsraad buiten de discussie te houden is, dat uit de wetsgeschiedenis blijkt dat vakbonden daar het primaat hebben. Zo ook bij een paar vragen die mij onlangs werden voorgelegd. Eén ondernemingsraad wilde een vraag over inflatiecorrectie aan de bestuurder voorleggen. Dit met name omdat inflatiecorrectie voor een deel van de werknemers in de arbeidsovereenkomst was geregeld. Mede uit oogpunt van gelijke beloning voor gelijk werk wilde de ondernemingsraad dit tot alle werknemers uitbreiden.
De ondernemer was ook een voorstander van gelijke beloning. Dus gaf hij bij de ondernemingsraad aan dat hij met de mensen die de prijscompensatie in hun arbeidsovereenkomst hadden staan in gesprek zou gaan om dit recht te schrappen. En dat hierover geen verdere discussie met de ondernemingsraad zou plaats vinden omdat dit punt buiten de bevoegdheden van de ondernemingsraad zou vallen. En bij een tweede ondernemingsraad gaf de HR-functionaris aan dat de ondernemingsraad geen enkele bemoeienis had met de (resultaatafhankelijke) eindejaarsuitkering. Dat ging immers over geld en dus over primaire arbeidsvoorwaarden.
Het verhaal van de eerste ondernemingsraad bestaat uit twee delen. Ten eerste de OR die wil onderhandelen over prijscompensatie vanwege de hoge inflatie, met als inzet dat het hele personeel automatische inflatiecorrectie in de arbeidsovereenkomst opgenomen krijgt. Het verhaal van de gelijke behandeling dus, waar de ondernemingsraad op grond van artikel 28 WOR een zorgplicht heeft. En ten tweede is daar de bestuurder die ook gelijke behandeling wil, maar dan door de automatische prijscompensatie voor iedereen af te schaffen. Op dat voornemen is het instemmingsrecht inderdaad niet van toepassing. Toch heeft de ondernemingsraad nog een aantal mogelijkheden. Hij kan het volgende doen.
Ten eerste kan de ondernemingsraad de mensen die de prijscompensatie in de arbeidsovereenkomst hebben staan aanraden om contact op te nemen met hun vakbond, rechtsbijstandsverzekeraar of een andere juridisch hulpverlener. Als de vakbond voldoende leden heeft kan die mogelijk zelfs optreden als onderhandelaar. Eenzijdige wijziging kan in principe alleen als er een eenzijdig wijzigingsbeding in de arbeidsovereenkomst is opgenomen en dan nog alleen als de werkgever een zwaarwegend belang heeft.
En ten tweede heeft de bestuurder ongelijk als hij zegt dat de primaire arbeidsvoorwaarden buiten de bevoegdheden van de ondernemingsraad vallen. Er is alleen geen advies- of instemmingsrecht van toepassing.
Het is waar dat uit de wetsgeschiedenis blijkt dat bij primaire arbeidsvoorwaarden de vakbonden het primaat hebben maar dan nog blijft staan dat de ondernemingsraad alle zaken de onderneming betreffende aan de orde mag stellen in een overlegvergadering als hij overleg over een bepaald onderwerp wenselijk vindt (artikel 23 lid 1). Bovendien is de ondernemingsraad onder andere ingesteld als vertegenwoordiger van het personeel en dus kan hij optreden als belangenbehartiger (artikel 2 lid 1). En volgens artikel 28 van de WOR heeft de ondernemingsraad de taak gekregen toe te zien op de naleving van de geldende arbeidsvoorwaarden en op gelijke behandeling en gelijke beloning voor gelijk werk. Op grond daarvan mag de ondernemingsraad zowel de inflatiecorrectie voor allen aan de orde stellen als het voornemen om werknemers te benaderen om de voor hen geregelde inflatiecorrectie af te kopen. Die punten moeten dan in elk geval in een overlegvergadering besproken worden.
Ten slotte kan de OR zijn initiatiefrecht gebruiken en dus ook zelf voorstellen doen. Die moeten dan ook ten minste een keer besproken worden. Schriftelijk ingediende en gemotiveerde voorstellen moeten bovendien, als ze niet worden overgenomen, schriftelijk en gemotiveerd worden afgewezen (artikel 23 lid 3).
En dan was daar nog die resultaatafhankelijke eindejaaruitkering. Uiteraard geldt daarvoor hetzelfde verhaal als hierboven wat betreft de mogelijkheid het te bespreken en de mogelijkheid (schriftelijk) voorstellen te doen. En inderdaad daarbij heeft de ondernemingsraad geen advies- of instemmingsrecht als het gaat over het vaststellen van de hoogte van de eindejaarsuitkering. Maar als sprake is van een resultaatafhankelijke uitkering gaat er een lampje branden. Bij resultaat denk ik aan winst. En dat loopt bij een resultaatafhankelijke eindejaarsuitkering al snel uit op een vorm van winstdeling. En daarmee tuimelen we zo maar in de limitatieve opsomming van artikel 27 WOR. Weliswaar geen instemmingsrecht over de hoogte, maar wel over de wijze van berekenen. Daar zit wel een addertje onder het gras. ER moet sprake zijn van een regeling. Als er geen regeling is maar de ondernemer elk jaar opnieuw bekijkt of hij in zijn goedertierenheid zijn werknemers een uitkering geeft aan het eind van het jaar is er ook geen sprake van instemmingsrecht.