Uncategorized

Moeders wil is geen wet

Moeders wil is wet. Een radioprogramma voor huisvrouwen dat de KRO in de jaren ‘50 en ’60 van de vorige eeuw uitzond. Een herinnering uit mijn kindertijd. Voor ik naar school moest (toen nog de “lagere school”) hoorde ik altijd een klein stukje. Voor de KRO mocht toen moeders wil wet zijn. In de medezeggenschap is dat lang niet altijd het geval.

Om een voorbeeld te noemen. De sluiting van een Nederlandse dochter in opdracht van een buitenlandse moeder hoeft niet meteen gedaan te zijn. Om dat doel te bereiken is er nog altijd een flinke hobbel op het gebied van de governance te nemen. Zeker als de Nederlandse dochter een zogenaamde structuurvennootschap is, met een wettelijk verplichte Raad van Commissarissen die toestemming moet geven voor bijvoorbeeld “beëindiging van de arbeidsovereenkomst van een aanmerkelijk aantal werknemers van de vennootschap of van een afhankelijke maatschappij tegelijkertijd of binnen een kort tijdsbestek”, zoals het Burgerlijk Wetboek voor schrijft. Dat betekent dat het bestuur in Nederland niet blindelings een opdracht vanuit het moederbedrijf kan uitvoeren met een beroep op het concernbeleid, zij zal de commissarissen moeten overtuigen.

Daar komt bij dat het Nederlandse rechtspersonenrecht er van uit gaat dat bestuurders en commissarissen uit moeten gaan van het belang van de rechtspersoon en de daar mee verbonden onderneming. Ook als dat belang niet strookt met het belang van de principaal, de belangrijkste belanghebbende en hoogste speler in de governancestructuur, bij vennootschappen de aandeelhouder(s).

Ook uit de jurisprudentie blijkt dat het bestuur zo’n opdracht niet blindelings kan uitvoeren. In 2013 deed de Ondernemingskamer van het Gerechtshof in Amsterdam uitspaak in een beroepzaak die door de ondernemingsraad van Watts Industries was aangespannen. De OK bepaalde dat de Nederlandse bestuurder een eigen verantwoordelijkheid had en duidelijk zichtbaar een eigen afweging van de betrokken belangen moest maken.

Die afweging geldt natuurlijk ook voor de Raad van Commissarissen. Op grond van het BW dient deze Raad van Commissarissen op te treden in het belang van de vennootschap en de daarmee verbonden onderneming. En ook de Raad van Commissarissen mag daarbij het belang van de Nederlandse onderneming niet automatisch gelijk stellen met het concernbelang. De Raad moet uitdrukkelijk rekening houden met de belangen van alle stakeholders bij de onderneming. Op de eerste plaats natuurlijk de werknemers, vertegenwoordigd door hun ondernemingsraad. Maar ook de toeleveranciers zijn stakeholders met een belang waarmee rekening gehouden moet worden. Datzelfde geldt voor lokale en regionale overheden die met de sociale problematiek geconfronteerd worden.

Ervaringen uit het verleden laten zien dat een samenwerking tussen medezeggenschap en commissarissen tot resultaten kan leiden als de commissarissen hun verplichting om op te treden in het belang van de vennootschap ernstig opnemen. In 2002/2003 speelde bij het toenmalige Corus (nu Tata Steel) de verkoop van de aluminium afdeling. Ondernemingsraad en commissarissen vonden dit niet in het belang van de onderneming in IJmuiden en slaagden er samen in om de plannen van tafel te krijgen.

Een vergelijkbaar samen optrekken van medezeggenschap en toezichthouders deed zich in 2010 voor bij MSD (voorheen Organon) in Oss. Ook hier vonden beiden het sluiten van de onderzoeksafdeling niet in het belang van de Nederlandse onderneming. En ook hier lukte het in een gezamenlijke inspanning om de plannen bijgesteld te krijgen en werkgelegenheid te redden.

Zo blijkt maar weer dat ook als een moederbedrijf sluiting wil nog niet alles verloren is. De ondernemingsraad heeft dan nog volop mogelijkheden om het gesprek aan te gaan en directie en commissarissen te overtuigen dat het zoeken van alternatieven meer in het belang kan zijn van de onderneming dan braaf uitvoeren wat de moeder verordonneert. Voorwaarde is wel dat de ondernemingsraad een goede band heeft opgebouwd met het bestuur en de commissarissen. Met een eigen voordrachtscommissaris is de lijn tussen de medezeggenschap en de raad van Commissarissen in elk geval kort.